
Het was vroeger gebruikelijk om katten aan boord van een schip te hebben. Voornamelijk omdat ze de capaciteit hebben om
ongedierte te vangen. Dit was ook de reden waarom een onbekend bemanningslid
zijn zwart-witte kat meenam aan boord van het Duitse
slagschip de Bismarck. Op 18 mei 1941 begon het schip aan operatie Rheinübung. Dit was de eerste en tevens de laatste missie van de Bismarck. Het schip verging namelijk tijdens
een hevige zeeslag op 27 mei. Slechts 115 van de 2200 bemanningsleden en de
zwart-witte kat overleefden deze ramp. Een aantal uur na de zeeslag werd de kat, drijvend
op een houten plank, uit het water gevist door bemanningsleden van de HMS Cossack. De kat was de enige overlevende die
werd gered door dit naar huis terugkerende Engelse oorlogsschip.
Niet wetend wat zijn naam was geweest op de Bismarck, noemde de bemanning hun
nieuwe mascotte Oscar. De Duitsers zien Oscar waarschijnlijk nog steeds als één van de grootste katachtige landverraders aller tijden, maar dat kon Oscar niet veel schelen en hij sloot zich gemoedelijk aan bij zijn nieuwe bondgenoten.
Het schip de Cossack escorteerde konvooien in de Middellandse
Zee en op de Atlantische Oceaan. Oscar maakte zich als scheepskat zeer nuttig
aan boord van de Cossack. Op 24 oktober 1941 begeleidde de Cossack een konvooi
van Gibraltar naar Engeland. Het schip
werd plotseling door een torpedo van een Duitse onderzeeër geraakt en raakte
het ernstig beschadigd. Door de torpedo inslag waren 159 bemanningsleden om het
leven gekomen. Oscar overleefde daarentegen ook deze ramp en werd samen met de
overlevende bemanningsleden overgebracht naar het slagschip de HMS Legion. Uiteindelijk werden ze aan land gebracht op Gibraltar. Er werd nog tevergeefs geprobeerd om het
bijna stuurloze schip naar Gibraltar te slepen. Slechte weersomstandigheden
maakten dit een onmogelijke taak. De Cossack moest dus worden verlaten
en op 27 oktober zonk het schip ten westen van Gibraltar.
Na deze tweede ramp kreeg Oscar de passende bijnaam
Unsinkable Sam. Hij werd scheepskat op het vliegdekschip HMS Ark Royal, dat ironisch genoeg een grote rol had gespeeld in de ondergang van de Bismarck. Gelukkig had Sam nog genoeg
kattenlevens over, want toen de HMS Ark Royal terugkeerde uit Malta werd het
schip op 14 november 1941 getorpedeerd door de onderzeeër U-81. Er werd nog
geprobeerd om de Ark Royal op sleeptouw te nemen naar Gibraltar, maar het schip
sloeg om en zonk ongeveer vijftig kilometer van Gibraltar. De overlevenden, waaronder
onze kleine held Sam die zich wederom had vastgeklampt aan een drijvende stuk
hout, werden opgepikt door een reddingsboot. Ze werden allen overgebracht naar de HMS Lightning en de HMS Legion, die ook de bemanning van de Cossack had gered.
Sam werd op dat moment omschreven als ‘boos, maar ongedeerd’.
![]() |
Schilderij: 'Oscar de kat van de Bismarck' |
Alhoewel Sam volgens mijn berekeningen nog minstens 5
scheepsrampen kon overleven voordat hij pas echt in de knoei zou komen mocht
Sam toch gaan genieten van zijn welverdiende pensioen. Hij werd eerst
overgeplaatst naar het kantoor van de gouverneur van Gibraltar en vervolgens
naar Groot-Brittannië. Sam leefde daar nog 14 jaar zeer gelukkig in een zeemanshuis
in Belfast en overleed in 1955. Een schilderij van Sam, genaamd ‘Oscar, de kat
van de Bismarck’, hangt in het National Maritime Museum in Greenwich. De moraal van dit verhaal: Een kat heeft niet voor niets 9 levens!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten